Benadering van Handy & Harrison

In dit model worden 4 organisatieculturen gedefinieerd door samenwerkingsgraad en machtsspreiding tegenover elkaar uit te zetten. 

Bij machtsspreiding draait het om de mate waarin de top van een organisatie  ervoor open staat om geheel ‘bottom up’ te werken of volledig ‘top down’. In het geval van ‘bottom up’ is de machtsspreiding zeer hoog; er wordt van medewerkers verwacht dat zij hun eigen verantwoording nemen. Als er sprake is van volledig ‘top down’ dan houdt dat in dat er amper sprake is van machtsspreiding; de directie of eigenaar houdt alle touwtjes zelf in handen en is de enige die beslissingen neemt.

Bij de samenwerkingsgraad gaat het om de mate van samenwerking tussen de verschillende afdelingen en medewerkers in de organisatie.

Red Harvest heeft een rollen cultuur, omdat er weinig machtsspreiding is en een relatief lage mate van samenwerking. Medewerkers hebben individuele taken en verantwoordelijkheden. In het bedrijf draait het om de functie van een medewerker en bij de functies horen strakke regels en procedures. Deze regels en procedures zijn er om een snelle doorlooptijd te garanderen, wat een KSF is van Red Harvest. 

De rollencultuur sluit aan bij de typering van Mintzberg namelijk dat Red Harvest een machineorganisatie is. Bij een machineorganisatie past een rollencultuur omdat het bij beide  gaat om de procedures en regels. Tevens omdat Red Harvest een machinaal te produceren product maakt, sluit de rollencultuur goed aan.